manneninvasie, die in 879 en 883 onze gewesten ver
woestten. Hier zocht hij andermaal een toevlucht in
892, toen Odo, zijn Franse leenheer, tegen hem, de
weerbarstige leenman, ten strijde trok. Onverrichter-
zake moest de Franse koning huiswaarts keren, om
dat hij de Vlaamse graaf in zijn Brugse versterking
niet genaken kon.
Deze burcht of versterkt gebied die in de
Xe eeuw, door het graven van twee grachten, tot een
gemakkelijk te verdedigen eiland werd herschapen,
zal het hart blijven van de stad. Voor de talrijk
toestromende lieden, die zich gedurende de volgende
eeuwen aan de boorden van de reien en van het
Zwin op de handel kwamen toeleggen, schonk zij
het gevoel van zekerheid en veiligheid, zonder het
welk geen economische opbloei kon gedijen.
Binnen de enge ruimte van de Brugse burcht
rezen weldra de gebouwen van de officiële overheden
op. Hier liet de graaf zijn eigen paleis optrekken.
Het was verbonden met zijn particuliere kapel, waar
uit de beroemde Sint Donatiaankerk zou groeien.
Hier stonden ook de woningen van de burggraaf en
van de proost van het bedoelde bidhuis.
De tijd heeft van al deze gebouwen het oorspron
kelijk uitzicht te niet gedaan. Van de Sint Dona-
tiaanskathedraal, die dus een gaanderij verbond met
de „Loove", het paleis van de graaf, bleef geen steen
meer recht. De kathedraal viel aan de houwelen ten
prooi gedurende de Franse revolutie. Geleidelijk is
't mogelijk zich uit de bewaarde grafische documen
ten van dit monument als gebouw toch een denk
beeld te vormen. De dichter Jacob van Maerlant
noteerde in de XlIIe eeuw dat het een centraalbouw
uitmaakte, in de aard van de dom van Aken. De
kruisbeuk en het koor dateerden uit de Xlle eeuw
en waren in romaanse stijl opgetrokken. Het schip
10