overgeleverd aan de latere geslachten. De oevers van
het aloude Zwin zagen de stede kiemen en ontstaan.
Sedert de Xlle eeuw zag men haar toenemen in
kracht en welvaart en in de XHIe eeuw gedijen tot
het voornaamste centrum van de economie van
West-Europa. Tot in de XVe eeuw zag men ze een
onvergelijkelijke weelde voor de ogen van inwoners
en vreemdelingen uitstallen, wier tintelende afglans
ten eeuwigen dage bewaard ligt in heerlijke gebou
wen en verrukkelijke kunstwerken. Maar het lot
bleef haar niet altijd genadig, want ook voor landen
en steden mag het geluk niet steeds bestendig van
duur heten! Stap voor stap schreed het verval naar
binnen haar muren en gaandeweg verzonk het een
maal van leven en beweging trillende Brugge in een
stille, ja soms benauwende sluimer, die het eeuwen
lang als met gesloten ogen zijn dagen liet verdromen.
Toen werd de eenmaal lachende, zingende stede,
waar vorstelijke personen thuis waren, waar ridders
statig door de straten reden, waar geldmagnaten van
de handelswereld hun winstgevende zaken kwamen
afsluiten, waar krijgshaftige poorters in de dood
tartende rijen luid dreunend opstapten, de vijand
tegemoet.Toen werd ze „een dode maagd" be
klaagd en betreurd, maar even zeer ook bewonderd,
geprezen om haar eeuwige schoonheid. Want „de
kille vinger der vernieling" heeft die nimmer ten
volle kunnen krenken, „de sprankels der bezieling"
in haar wezen nooit volledig gedoofd.
Een blik in de waarschijnlijke toekomst van
Brugge laat zulks weer bevestigen. Immers, al is het
ongetwijfeld waar dat Brugge te gener tijde nog de
weg terug zal gaan naar het Eden waarin het hon
derden jaren her mocht verwijlen, nieuw licht
straalt beloftevol aan zijn kimme. De jongste tijd lei
nieuwe horizonten open; de schone Vlaamse stede
76