van de H. Mattheus", in de O.L. Vrouwkerk; en „Het mirakel van St Antonius van Padua", „Een Brugse familie" en „De Jezuiet en zijn secretaris" in het stedelijk museum. (Afbeelding 22) Zijn zoon, Jaak van Oost, de Jongere (1639— 1713), geboren en ook gestorven te Brugge, hield nochtans veelal verblijf te Rijsel, en deze Noord franse stad bleef dan ook in bezit van het merendeel zijner doeken. Wellicht was de voornaamste Brugse schilder uit de XVIIIe eeuw Jan Antoon Garemyn, een vrucht baar en werkelijk begaafd kunstenaar naar blijkt uit zijn talrijke onloochenbare eigenschappen onthul lende gewrochten, waarvan de Sint Jacobskerk „Christus en de Samaritaanse vrouw" bewaart. Met hem was het einde van de Brugse schilder school aangebroken. Nieuwe strekkingen in de kunst breken af met de oude traditie! Het classicisme, ont staan in het spoor van David, gaat ook te Brugge de toon aangeven van het begin der XlXe eeuw, dank zij het streven en werk van J. Suvée en Odevaere. 69

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 81