DE GROEI TOT WERELDSTAD
Al werd de bodem, waarop later Brugge zich zou
ontwikkelen, sedert onheuglijke tijden door mensen
geslachten betreden, archeologische vondsten zijn er
voldoende aanwezig om dit te bewijzen, toch zou
deze bevolkingsagglomeratie, evenals de meeste
andere Vlaamse steden, pas in de Karolingentijd tot
stand komen.
1. Burcht der Vlaamse graven
De opkomst der stad Brugge ligt volledig ver
bonden met de vestiging van de beroemde dynastie
der oude Vlaamse graven. Boudewijn I (862—879),
haar grondlegger, de Karolingische graaf-ambtenaar,
die er in geslaagd was door schaking de dochter van
Karei de Kale tot vrouw te verwerven, beheerste uit
gestrekte domeinen in de streek tussen de Noordzee
en de Schelde. Waarschijnlijk was Brugge reeds het
centrum geworden van zijn wingewesten.
Een klein, gemakkelijk te verdedigen grondstuk
van nagenoeg 1,5 Ha, gelegen tussen de armen van
de reien, liet de graaf er versterken, ten einde even
tueel in deze onrustige IXe eeuw er zich te kunnen
verschansen. Dank zij deze versterking of burcht kon
zijn zoon, Boudewijn II, stand houden in de stormen,
die gedurende zijn regering over Vlaanderen voeren.
Hier hield hij voet bij stek tegen de vreselijke Noor-
9
EERSTE HOOFDSTUK