KLEURLOZE TIJD
De XVIIe en XVIIIe eeuwen in Brugge's geschie
denis verliepen eer eentonig. Oorlogen met vreemde
bezettingen wisselden af met kortere of langere pozen
van vrede. Als kwijnende en verarmde stad onder
ging het machteloos de wisselvalligheden van de
politieke en militaire strijd, die grote Westeuropese
staten om het bezit der Zuidelijke Nederlanden
elkaar leverden.
De heerlijke stadstaat, die eeuwen geleden, in
1302 op de Groeninghekouter, bij machte bleek de
Franse koning te trotseren, kan op het politieke
plan geen de minste rol meer tot de zijne maken.
Wat Brugge thans nog vermocht was alleenlijk mid
den in lastige tijden op het economische plan zijn
zorg te richten naar nieuwe, zij het dan ook beschei
dener levensmogelijkheden. Het pleit voor de onder
nemingsgeest der inwoners dat het tenminste hier
voor geen moeite onverlet heeft gelaten. Oorlogs
geweld kwam in deze eeuwen herhaalde malen
Brugge's aktiviteit volledig lam slagen; doch tussen
de oorlogen in vond het gelegenheid en durf om
ter vervanging van het verlorene Zwin terug nieuwe
verbindingen met de Noordzee te ontwerpen. Sedert
1665 verbond een kanaal de oude Zwinstad met de
nieuwe opbloeiende Noordzee-haven Oostende en
konden andermaal kleinere schepen haar bereiken.
Schoon in bescheidener mate kon zij alzo mede voor
deel halen uit het groeiende belang der kuststad.
63
VIJFDE HOOFDSTUK