stede uit zijn hechtenis ontslagen, nadat hij bij eed
er had in toegestemd, bepaalde toegevingen te doen
en tevens amnestie voor wat er was gebeurd had
verleend.
De Roomse koning verbrak echter achteraf het
gegeven woord en liet de stad voor haar opstandig
gedrag ten zwaarste boeten; niet alleen moest zij
500.000 lb. tornoois betalen, maar werd zij ook ter
plundering aan zijn Duitse soldeniers overgeleverd.
Deze afstraffing, net op het ogenblik dat Brugge
als handelsstad reeds met het nijpend verval kampte,
kon het niet meer te boven komen. De dynastische
oorlogen van Karei V zouden de stad aan verdere
verarming blootstellen. Haar bloei ging onder en
elke dag wat meer gaf zij het uitzicht te aanschou
wen van een vervallende, uitgeputte bevolkings
agglomeratie.
2. Vernieling over Brugge
De godsdienstoorlogen van de tweede helft der
XVIe eeuw sleepten de allerergste gevolgen voor de
Zwinstad met zich. In 1566 was de beeldenstorm wel
zonder belangrijke schade aan te richten over haar
heen gevaren, doch twaalf jaar later, in 1578 werd
zij door een hoop Gentse Calvinisten ingenomen.
Toen woedden vernieling en dood in hare kloosters
en kerken. Tot het afbreken van de Sint Catharina-
kerk de latere H. Magdalena hadden de Brugge
lingen zelf bij voorbaat nog besloten uit strategisch
verweer; want zij vreesden, dat de Calvinisten, op
rukkend vanuit de richting Gent, ze als verschansing
zouden gebruiken bij hun opmars naar de stad.
Binnen de muren had de Sint Gilliskerk erg te
lijden en niet minder de Sint Jacobskerk, welke van
een groot deel harer kostbare schatten werd beroofd.
58