het H. Kruis wordt bewaard. (Afbeelding 20)In de
Sint Gilliskerk had men enkel de middenbeuk van
de oude kerk van 1240 behouden. Daarbij werd zij
in de XVe eeuw erg gewijzigd en uitgebreid: de
toren, het koor, de kruisbeuk en de koorkapellen
dagtekenen van 1465. Al deze veranderingen veroor
zaakten een enigszins onregelmatige bouw. Op het
kerkhof van dit bidhuis hebben de Vlaamse kunst
schilders Hans Memlinc, Lanceloot Blondeel en ver
moedelijk ook Pieter Pourbus een laatste rustplaats
gevonden. De Sint Jacobskerk, wier bestaan eveneens
opklimt tot 1240, bewaarde van haar oorspronkelijke
bouw uitsluitend het onderste gedeelte van de toren,
het noordelijk gedeelte van de kruisbeuk en het
oude koor (nu de H. Sacramentskapel)Van 1457 af
kon men de kerk vergroten met de milde steun o.m.
van hertog Karei de Stoute en de bekende Floren
tijnse financier Thomas Portinari, en tot haar
huidige vorm verbouwen. Met het optrekken der
Sint Annakerk ving men op het einde der XVe eeuw,
in 1496, aan. Zij werd echter in de eeuw daarop
volgend nagenoeg totaal door de iconoclasten ver
nield en in de eerste jaren der XVIIe eeuw drong
zich haar herbouwing op. Ook de twee hoofdkerken
in de Zwinstad Sint Salvator en O.L. Vrouw
werden in de XVe eeuw vergroot: de vijfde beuk
aan de zuidzijde van de O.L. Vrouwkerk dateert van
1462 en omstreeks 1480 begon men de absidiale
kapellen van de Sint Salvatorskerk aan te brengen.
Deze bondige inventaris van de voornaamste bur
gerlijke en kerkelijke gebouwen, die onder de Boer-
gondiërs het stadsbeeld kwamen tooien, maakt toch
duidelijk dat deze periode met haar talrijke monu
mentale bouwwerken in laat-gothische stijl het uit
zicht van Brugge in zijn hoofdtrekken heeft vast
gelegd en er grotendeels het voorkomen aan schonk
50