Goede en Karei de Stoute langs de straten lag ten toon gespreid. Nieuwe, prachtige gebouwen sieren het beeld der stad en een pleiade kunstenaars draagt haar roem uit over de wijde wereld. Maar niets daar van kon doorgaan als de aankondiging van een nieuwe tijd, veeleer sprak dit alles het laattijdig ge tuigenis uit van een groots verleden dat niet weder keren zou. Langs praalbogen door schrijdt Brugge met langzame, doch niet tegen te houden tred, het verval tegemoet, ofschoon het uiterlijk nooit in dier mate met zulk een weeldevertoon de ogen had ver lustigd. 1. Residentie der hertogen Brugge heeft tegenover de dynastische politiek der Boergondische hertogen, die meer dan eens met zijn materiële belangen niet strookten, herhaaldelijk op standigheid aan de dag gelegd. Een volksomwente ling in 1437 kostte bijna het leven aan de grootste dezer hertogen, Philips de Goede, 't Belette echter niet dat die prachtlievende vorsten in het weelderige Brugge niet zelden en met voorliefde verblijf hiel den. De geschiedenis heeft daarvan talrijke herinne ringen bewaard, vooral aan Philips de Goede. Hij liet het prinsenhof aanleggen, de prachtige en weidse hertogelijke residentie aan de Noord-Zandstraat, spijtig sindsdien voor een groot deel vernield. Hij verwelkomde er in 1430 zijn bruid Isabella van Portugal en daar ook stelde hij de wereldberoemde orde van het Gulden Vlies in. (Afbeelding 14) 1430 zal inderdaad als het jaar van ongeëvenaarde weelde in de annalen van Brugge's geschiedenis blijven opgeschreven. Op 7 Januari 1430 begeleidde een afvaardiging, waarbij ook de kunstschilder Jan van Eyck hoorde, Isabella van Portugal naar Sluis, 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 48