eeuwen gewrocht werd, kenmerken vertoont van de
verschillende tijdperken der gothische bouwkunst en
dienvolgens geen volledig harmonisch geheel vormt.
De ontzagwekkende slanke toren blijft echter een
waar meesterwerk van Vlaamse torenbouw. (Afbeel
ding 7)Hij heeft een hoogte van niet minder dan
124 m. en vormt samen met Sint Salvator en het
belfort de drie grootste bouwkolossen, die het Brugse
stadsbeeld domineren. In een van de zijkapellen van
deze kerk prijken de beroemde praalgraven van
hertogin Maria van Boergondië en Karei de Stoute.
Het eerste werd in 1495—1496 op bevel van Filips de
Schone uitgewerkt door de Brusselaar Pieter de
Beckere. (Afbeelding 24)Het tweede is van latere
datum. Het lijk van Karei de Stoute dat in 1553
eerst uit Nancy naar Brugge werd overgevoerd, vlijde
men neer ter eeuwige rust aan de zijde van zijn
dochter in een ten jare 1562 voleindigd mausoleum,
aan het hare gelijkend. (Afbeelding 2)Beide zijn
uitgevoerd in zwart marmer, waarop de beeltenissen
in brons van beide vorsten liggen. Vooral het praal
graf van Maria is een prachtig voorbeeld van laat-
gothische beeldhouwkunst. Uit dit monument, dat
Brugge oprichtte aan de nagedachtenis van de sym
pathieke jonge hertogin, die in de omgeving van de
Zwinstad zo ontijdig om het leven kwam, spreekt
duidelijker dan uit welk ander kunstwerk ook de
geest van het XVe eeuwse Brugge, die nu nog over
eenstemmend heerst in de historische stede.
Na de vernieling van Sint Donatiaan werden Sint
Salvator en O.L. Vrouw de twee rijkste en mooiste
kerken binnen het stadsgebied. Uit hun twee
parochies waren in de loop der XHIe eeuw toen
Brugge door zijn steeds toenemende handel een
grotere bevolking ging tellen andere gegroeid: die
van Sint Salvator vooral was uitgebreid. Uit haar
21