deze polder nog water was. De gehele figuur is onge veer 40 cm lang. Dat is nog maar een kleinigheid bij de mededeling van Professor Z. Boxhorn in diens „Tonneel van Hollandt", 1632, dat in 1430 in de Pur- mer een Zee-vrouw gevangen werd, die gekleed en ge voed, spinnen leerde, naar Haarlem gebracht werd en daar nog enige jaren geleefd heeft. De tegels werden in de schouwen geplaatst tussen de schepentegels en sloten zo mooi aan bij de verhalen, welke de zeeman in de avond bij het haardvuur ver telde. De tegels blijven, ieder voor zich, fantastisch van voorstelling. Deze soorten tegels komen ook in paars voor, later dan de blauwe en werden dan in Friesland vervaardigd. Afbeelding 48. Wandtegels begin 18e eeuw Het type met zeilende vissersschepen is in vele tegel bakkerijen vervaardigd. De oudste voorbeelden van de ze voorstelling hebben een grote afbeelding, terwijl in het midden der achttiende eeuw de afbeelding klein wordt. De afgebeelde tegels zijn aardig in haar soort, want de schepen zijn bemand. De afwerking van de zee rondom het schip is reeds slordig van tekening en duidt daardoor aan dat de tegelfabricage van kunst als volksgoed, het hoogtepunt reeds heeft gehad. Afbeelding 49. Wandtegels 18e eeuw Als een andere soort, welke vele jaren vervaardigd is, van grote beschildering met hoekvullingen tot een zeer kleine tekening zonder hoekvulling, geldt het type met landschap, al of niet met personen gestoffeerd. De eer ste tegels met deze voorstelling zullen in Delft vervaar digd zijn en vermoedelijk door goede aardewerkschil ders. Ze zijn fraai, maar vooral de soorten welke men zo veel aantreft in alle delen van het land werden in vele fabrieken met sponsen gemaakt door eenvoudige handwerkslieden en zij missen de kunstzin. 89

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 90