ren. Een goed gesorteerd tegelhandelaar was verplicht uitgebreide monsterzalen te maken. De afmeting van de wandtegels werd 16 X 16 cm., maar ook talloze andere afmetingen. De schoonheid werd gezocht, maar slechts zelden ver kregen, in het vlakke, gladde en glanzende. Daarmede werd een spiegelend wandvlak verkregen, dat de geest van de machine in zich draagt, niet die van de fantasie der menselijke handen. Daarnaast poogden de enkele overgebleven aloude be drijven zich te handhaven. Zij maakten aardewerk en tegels naar de oude werkwijze en naar de oude model len. Dat bleef bij het publiek „Delftsch aardewerk" heten. Maar zij sloten zich ook aan bij de moderne in dustrie van machines en chemie. Door hun aloud fun dament maakten zij iets, dat de toets der kritiek kon weerstaan en dat over het algemeen hoger stond dan wat geïmporteerd werd. Een schaal van de „Porceleine Fles", uit 't eind der 19e eeuw, gemaakt als copie van één uit de Rococotijd, is nu nog een sierlijk en schoon voorwerp van deugdelijke kwaliteit. 9. De tegels van onze tijd De 20ste eeuw zette voort, wat het eind der vorige eeuw begon, de import van overal. De prijs was daarbij een belangrijke zaak, de concurrentie. Dit kwam de aloude Nederlandse gleibakkerijen niet ten goede. Zij zochten hun heil in de kwaliteit en bleven daardoor bestaan. De Delftse fabriek maakte tegels 10 X 10 cm., in vlak ke kleuren, iets ruwig glazuur, van grote bekoring, dat is te zeggen, mits goed toegepast. De fabriek van Gebrs Tichelaar te Makkum, ging on verstoord voort met de aloude Friese tegels, zij 't in eenvoudige uitvoering. De fabriek van Goedewaagen te Gouda ging door met de aloude werkwijze, ook van serviesgoed en bleef pij pen maken en siertegeltjes. 69

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 70