55 afstammelingen van uit Italië gekomen Antwerpse mees ters, of door Hollanders die bij hen gewerkt hebben. De tegels vertonen een rijk kleurenpalet en een grote vaardigheid om met een beperkt aantal kleuren iets schoons te bereiken. Bij de Rotterdamse tegels is op te merken dat bij vele het middenpatroon kunstvol is en de randversiering zwakker. Hier zal de meester het middenpatroon gete kend en geschilderd hebben en de leerling de rand. Zo groeide de leerling tot geleibakker, om geleidelijk de Italiaanse invloed los te laten en middenpatroon met rand alleen te maken tot de Hollandse tegel. Wat opvalt is dat reeds van de aanvang de vlakver deling met een cirkel, de „trek" wordt toegepast en daarnaast het overhoekse kwadraat, twee hoofdmotie ven die zich eeuwenlang handhaven, door alle tijden en stijluitingen. De Rotterdamse bakkerijen maakten zowel schotels als tegels in velerlei soorten, éénkleurig blauw en veelkleu rig. Als een tweede merkwaardigheid wordt opgemerkt dat de kleur blauw steeds de voorkeur heeft. Dat bleef zo door de gehele geschiedenis van de tegel. Blauw bleef de hoofdkleur en was het bakwerk éénkleurig dan was het blauw. Niemand heeft nog een tegel gezien die eenkleurig geel, rood of groen was. Alleen het eind der achttiende eeuw leverde tegels geheel paars, waarbij de bekende bijbelse voorstellingen en ornamenttegels. De Rotterdamse tegels openen een lange reeks van Ne derlandse tegels. Zelf stammen zij van de reeds ver melde Antwerpse tegels. Zij vormen derhalve met de Antwerpse tegels de schakel van het Italiaanse majolica tot de Hollandse tegel. Het ligt voor de hand dat de Rotterdamse tegels ook naar elders verkocht werden, zodat men ze niet juist te Rotterdam behoeft aan te treffen. Hoe de Rotterdamse tegel te onderkennen? Eerst aan de wijze van beschildering. Dan aan de kleuren. Dan aan de toon van het „wit" dat nooit zuiver wit is. Maar

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 56