w ie dwaalt door de enkele musea waar grote tegel- collectiën zijn en terecht komt in de zalen waar aan de wanden vele en grote panelen tegels zijn aangebracht met in de vitrines de zeldzame stukken, zal zich afvra gen: wat deed men met al die tegels? HOOFDSTUK VI TOEPASSING VAN TEGELS Om daarop een antwoord te verkrijgen moet men de ongeschonden oude bouwwerken bezoeken en oude schilderijen van interieurs bezichtigen. Reeds de „primitieven", de oude Vlaamse schilderstuk ken, veelal altaarluiken, geven interieurs. Men ziet daar op de vloeren en de wanden nauwkeurig weergegeven. De vloeren zijn veelal in patroon van licht en donker; dat moeten natuurstenen tegels geweest zijn. Ook ziet men vloeren als een tapijt met een rand; dat moeten gebakken tegels geweest zijn, reeds tevoren bij de vloer tegels vermeld als Franse tegels. De wanden zijn veelal wit, zelfs zonder een plint. De vroege en latere zeventiende eeuwse Noord-Neder landse schilderijen geven dezelfde afwerking van vloe ren en wanden. De vloeren zijn in de regel van wit en zwart, vierkanten in een patroon gelegd. Dat is wit Ita liaans marmer en Namense steen. Ook wel ziet men vloeren van kwadratische tegels: rood, bruin, geel en groen, soms in patroon maar veelal éénkleurig. Dat zijn de vloerbakken. Men huisde in de regel op de stenen vloer. Ook boven, waar op de houten vloeren, soms op een onderlaag van lood, vloeren van bakken of estrik ken gelegd waren. Dat ziet men ook op de zolders der koopmanshuizen uit latere tijd, toen de vertrekken van de begane grond en de verdieping reeds houten vloeren hadden, maar de daarboven gelegen vloeren waren voor de berging van balen koopwaar. 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 44