37 de wanden van het vertrek, overgewit. Er moest iets aan de wand opgehangen worden, waarvoor een ferme duim door een kostelijke tegel (achter witkalk) gesla gen werd. Een opvolgende bewoner vond dat de witte wand onderaan spoedig vuil werd en smeerde rondom een lambrizering met koolteer, over pleisterwerk en te gels. Een volgende eigenaar trad wat flinker op. De muur was zo kil en schilferde zo af. Daarom riep hij de timmerman. Deze spijkerde horizontale latten in muur en tegels (achter teer en witkalk) en maakte daarop staand schotwerk, waarvoor de zojuist (1380) uitgevonden kraalschroten van pas kwamen. Dan kwam de schilder die alles in de verf smeerde, in de kleur des tijds, beige, het nieuwe schotwerk, de binnenzijde der vensters, de oude eikenhouten deurtjes en ook het dun ne sierlijke eikenhouten schotwerk dat nog van de oor sprong van het huis was. Alvorens hij begon had de timmerman over de stenen vloer houten regels gespij kerd en daarop een houten vloer gelegd, voorzien van een houten plint. De opvolgende bewoonster vond dat zij in een houten kist niet wonen kon en riep de schilder omdat die ook behangen kon en liet rondom in de ka mer behangwerk maken. Daarvoor werden de houten wanden eerst met jute bespannen, dan beplakt met vel letjes grondpapier en dan overgeplakt met behangpa pier van „zoveel" cent per rol, door de huisvrouw ge kozen uit het monsterboek. Sedertdien kwam er om de 4 of 5 jaar een nieuw papiertje op. Toen de kinderen groot waren moest de behanger nog eens komen wegens 't plafond, want daar was een schilderstuk waarop dames met blote benen en dat was zo „gênant". De be hanger wist raad en spande over het gehele plafond een veld van jute met grondpapier en streek dat in de verf. Dat zwevende plafond rekte en kromp bij zomer en winterse kachel, maar bleef wel hangen aan de gaspijp die er in 't midden doorheen gestoken was. Wie aldus het moderne interieur in de oude huizen be grijpt ruikt de tegels. Moet er dan verbouwd of afge-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 38