27
Goed „blauw" werd volgens Paape gemaakt uit 50 pond
saffier, 25 pond zand en 25 pond potas, in een oven
gebracht evenals tinas. Het „geel" werd samengesteld
uit 9 pond antimonie, 7 pond goud glette, \]/2 pond
zout en V/i pond tinas, gebrand in een oven als voor
noemd. Het „paars" bestond uit 8 pond zout, 8 pond
potas en 4 pond bruinsteen. Ook dit werd gebrand in
stenen potten, gemalen en met water tot een vloeibare
pap gemaakt.
„Groen" werd gemaakt door de mengsels van „blauw"
en „geel" te vermengen. Het „rood" was mangaanrood.
„Oranje" ontstond door de vermenging van „geel" en
„rood". De bruine kleur waarmede later de „trek" werd
uitgevoerd, bestond uit een mengsel van saffier en ijzer
roest.
Dan volgde met de kleuren het beschilderen, dat hierna
uitvoeriger besproken wordt. Na het schilderen kwam
het „kwaarten", dat diende om bet glazuur meer glans
te geven. De kwaarter zat gebogen voor een kuip, hield
de tegel in de ene hand en dompelde met de andere
hand een kwaartborstel in de vloeibare massa en be
sprenkelde daarmede de tegel. De kwaart werd gemaakt
door het branden van 36 pond mesticot (hiervoor ge
noemd), 42 pond goudglette, 4 pond potas en 7 pond
zout. Dit mengsel, gebrand in een kwaartoven, werd be.
waard in kwaartpotten. Wanneer de gekwaarte tegels ge
droogd waren werden ze weder door de leerjongens naar
de tegeloven gebracht.
Daarin werden de tegels, gestapeld in staande stand, ge
steund door rolletjes klei. Het verhitten in deze stand is
waarneembaar aan sommige tegels waarvan de glazuur-
laag is uitgezakt en de beschildering is doorgelopen.
Tussen de stapels tegels werd de brandstof gelegd, de
vulopening gesloten, het vuur aangelegd en de tempe
ratuur langzaam opgevoerd door het openen van de
stookgaten.
Door de stookgaten kon de tegelbakker de oveninhoud
in 't oog houden en de brandstof bijvullen. De tempera-