v""W
1^'
i—gil
23
- JV*
De aardewasser naar G. Paape.
Met een soort emmer aan een stok, een puts, schepte de
aardewasser de bak half vol met water en stortte daarin
enige wagens van de verschillende soorten klei, welke
hij ter beschikking had. de klei uit de omgeving en de
aangevoerde. Hij wist de juiste verhouding. Paape ver
meldt de verhoudingen. De aardewasser roerde het
mengsel met een schep en stootte tevens de kluiten stuk.
Wanneer alles goed vermengd was, plaatste hij boven
een andere bak een grote koperen bak met gaatjes en
schepte daarin het mengsel. Alle ongerechtigheid bleef
dan in de koperen bak, waarna het daarop staande wa
ter kon weglopen. Wanneer na enige tijd de bezonken
klei voldoende was gedroogd, werd deze in stukken ge
stoken. De blokken klei werden op de wal gezet om
verder te drogen, alvorens naar de fabriek gebracht te
worden. In de fabriek werden de kleiblokken in ge
metselde putten bewaard en met water overgoten om ze
de nodige kneedbaarheid te doen behouden.
In de fabriek werkte de „aardetrapper" in een loods
met houten vloer. Daarop strooide hij een laagje zand,
waarop hij de kleiblokken plaatste. Dan sloeg hij met