INLEIDING
De kleine stad Turnhout heeft geen monumenten
die vernoemd worden in de architectuurgeschie
denis. Met een rijk verleden, maar arm aan histo
rische gebouwen, staat het stadje met zijn kleine
eigenaardigheden eerder minderwaardig tegenover
vele dorpen en gemeenten in de omgeving. Hoog
straten, met een bevolkingscijfer van slechts een-
tiende van dit van Turnhout, beschikt quantitatief
en qualitatief over meer oude kunstschatten. Heren
tals met 14.450 inwoners telt binnen zijn „wallen"
een aantal kunsthistorische gebouwen van belang en
Geel met zijn 21.950 inwoners kan op een rijk kunst
patrimonium wijzen. Nochtans heeft Turnhout een
bewogen geschiedenis achter zich.
De grote lijn ervan loopt echter evenwijdig met deze
van zoveel andere kleine provinciesteden, waarvan
de wemelende achtergrond van voorspoed en ellende
steeds dezelfde is. Nochtans, in elke gemeenschap
die sinds eeuwen op een kleine plaats worstelt om
haar bestaan, schuilt iets geheimzinnigs. Er gaat een
aantrekkingskracht vanuit om dieper en dieper te
peilen in eigen wezen en aard van haar leven en
mensen. Dat peilen zal ons een klaren kijk en een
juist beeld geven. Het gaat daarbij niet om kleine
wetenswaardigheden uit het verleden op te diepen,
nodeloos op te schroeven, zoals dit wel eens ge
beurde. Sommigen zullen U zeggen hoeveel stuivers
het Turnhouts magistraat voor een paar eeuwen
heeft uitgegeven voor het dempen van een put, of
zullen voor U de stamboom uitpluizen van een
6