van Keizer Maximiliaan en aan het grafmonument
van Ferdinand II.
Ook in Italië werkten Mechelse beeldhouwers. Noe
men we slechts onder hen Egidius van den Vliet,
beter bekend onder zijn veritaliaanste naam Egidio
della Riviera, die in 1601 te Rome overleed.
Van Frans Mijnsheeren en Jan Wischavens wordt te
Lier het prachtige laat-gotische doksaal van Sint-
Gommaruskerk bewonderd. Maarten Imbrechts
werkte in 1520 aan het doksaal van de kerk te
Nieuwland op Zuid-Beveland. Maarten van Calster
arbeidde aan de „Reuzen" van de Mechelse Omme
gang. Nadien geraakte evenwel de beeldhouwkunst
van de Dijlestad onder de Antwerpse kunststrekking
van Cornelis Floris de Vriendt en diens leerling
Hans Vredeman de Vries, die door hun zeer mach
tige invloed, de kunst, niet alleen in Noord- en
Zuid-Nederland, maar ook in gans Noord- en West-
Europa, wisten te beheersen.
Met Rubens dan treedt de Barok overal op de voor
grond en sedertdien is de invloed die van deze zó
dynamische meester uitgaat, overal terug te vinden.
Deze kunsthernieuwing valt saam met de zo geheten
Contra-reformatie; dat is, de herovering van de Zui
delijke Provinciën door de Roomse Kerk, samen
gaande met de opkomst van de Jezuïetenorde die
overal kerken bouwt. Deze barokperiode werd dan
ook een gouden tijdperk voor onze Mechelse kunste
naars, waaronder als de bijzonderste kunnen vermeld
worden: Hans van Meldert en de gebroeders Colijn
de Nole. Zegeviert te Antwerpen de nieuwe stijl met
de Quellien's, te Brussel met de Duquesnoy's, te
Mechelen is het Lucas Fayd'herbe die er de groot
meester van is. De meeste van zijn werken zijn in
deze stad thans nog te vinden en wel o.m.: het graf
monument van Aartsbisschop Creusen in de Metro-
86