I, leidde, in 1480, de werken aan de Mechelse toren,
deze aan de kerken van O. L. Vrouw over-de-Dijle
en aan Sint Jan aldaar, ook deze te Lier, te Alkmaar
en te Zierikzee, die door zijn vader waren begonnen.
Deze Antoon ontwierp dan verder het stadhuis te
Veere, werkte aan de Grote Kerk aldaar (1479), ook
aan deze van Bergen op Zoom, van Haarlem, en
verder aan de gevel van het stadhuis te Middelburg
(1512)Hij was tevens de bouwmeester van het Paleis
van Margareta van Oostenrijk te Mechelen. Mathijs,
de vijfde Keldermans, werkte aan het voorportaal
van de kerk te Hulst (1482) en vestigde zich, in 1491,
te Bergen op Zoom. Te Brussel was hij werkzaam
aan het „Broodhuis". Het zesde lid van de familie
was Rombout III (1461— f Antwerpen 1531)Het is
deze die de meest beroemde is van dit vooraan
staande architectengeslacht. Hij werd in 1515 aange
steld tot stadsbouwmeester te Mechelen en in 1516
tot hoofdbouwmeester van Keizer Karei V. Hij
werkte te Veere, Middelburg en Zierikzee; in 1529
aan het Paleis van de Grote Raad te Mechelen, en
later, met Domien de Waghemaker, aan de kathe
draal te Antwerpen; ook te Utrecht aan de gevel van
de Catharinakerk en aan de vesting Vredenburg
aldaar; tevens aan de Grote Kerk te Delft en aan de
verdedigingswerken te Valkenburg en te Montfoort.
Andere, zeer verdienstelijke Mechelse bouwmeesters
waren: Maarten Uuttenhove, die rond 1445, de
toren bouwde van de Sint-Maartenskerk te leper en
Willem van Werchter, de ontwerper van de zeer be
kende gevel van de „Zalm" op de Zoutwerf te
Mechelen.
Als uitwijkelingen onder de Spaanse beroerten had
den de Mechelse bouwmeesters, die, werkzaam zówel
in Noord als Zuid, wat duidelijk wijst op de cultu
rele eenheid van onze gewesten vóór de Reformatie,
83