HOOFDSTUK VI De eerste Mechelse architect van betekenis waar van de naam is tot ons gekomen was „Meester Mijs uut den Anker", zoals deze wordt geheten in de oude stadsrekeningen, de bouwmeester van het Oud- Schepenhuis. Alhoewel er reeds voor deze belangrijke bouwwerken werden opgetrokken, was het tussen de jaren 1450 en 1550, dat Mechelen een leidende rol zou spelen in de ontwikkeling van de Nederlandse bouwkunst dank zij de Keldermansen, de meest vooraanstaande onder de Dietse architectenfamilies, wier bedrijvig heid zich over een tijdperk van bijna twee eeuwen uitstrekt en zes generaties omvat (van 1375 tot 1550) De eerste van de Keldermansen, namelijk Jan, alias Van Mansdale, is enkel door zijn beeldhouwwerk in het Oud-Schepenhuis bekend. Een tweede Jan van deze familie was werkzaam aan de Hoogbrug en aan een paar stadspoorten, ook aan de Sint-Gom- maruskerk te Lier. In 1439 werd hij tot stadsbouw meester te Leuven aangesteld en hij was tevens werk zaam te Leiden. Een derde Keldermans, Andries, waarschijnlijk een zoon van Jan de II, volgde deze op aan de werken te Leuven en te Lier. Deze was het die de werken leidde van Sint-Romboutstoren te Mechelen, alsook deze van de Sint-Lievenstoren te Zierikzee (1554), hij ook was de vermoedelijke ont werper van de Sint Laurenskerk te Alkmaar (1470). Tevens was hij werkzaam aan het stadhuis te Middel burg, aan de Sint-Gertrudiskerk te Bergen op Zoom en aan deze van Axel. De vierde Keldermans, Antoon 82 MECHELEN, STAD VAN KUNST EN WETENSCHAP 1. De Bouwmeesters

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 90