grondgebied, met daarin de landstreek waar het latere „Mechelen" zou ontstaan, voor een tijdruimte van nagenoeg vier 'honderd jaar, onder Romeinse heerschappij Te dien tijde zou, volgens de moderne historici, er een eerste stadskern hebben bestaan, waarvan men evenwel noch de belangrijkheid noch de benaming kent. Deze zou hebben gelegen in een halve kring, aanleunend vlak tegen de hogere linker-Dijleoever en omsloten zijn geweest door de huidige Herts hoorn- en de Langhestraten, de Ganzendries, de Milsenstraat, het O.L. Vrouwekerkhof en het „Plein tje" zoals het hierbijgaande kaartje het aanschouwe lijk voorstelt Beschut tegen alle overstroming door de hogere rivieroever, met, over deze waterplas, een onoverkoombaar moerassig gebied bezet met dicht kreupelhout, was deze eerste stadskern uiterst gunstig gelegen aan een „quadrivium", de kruising van twee belangrijke banen: deze van Bavai over Breda naar Utrecht en deze van de Schelde naar Tongeren. Ze had tot centrum de huidige Koornmarkt, het oude „Forum Bladi". Dit eerste Mechelen zou bewoond zijn geweest door enkele vissers, jagers en kooplieden, vermengd wel licht met enkele Romeinse soldaten of met geroma niseerde inlanders verbonden aan het Romeins krijgsapparaat of gehecht aan étappe en koerier diensten. Beveiligd en begunstigd door haar ligging aan een brede bevaarbare rivier en tevens aan de kruising 12 in Henegouwen bedoelen, doch wel de Selle, een zijtak van de Schelde in Noord-Frankrijk. (Zie daarover Maurice A. Arnould: „La Bataille du Sabis, 57 ans avant notre ère", bl. 29 van het Belgisch Tijdschrift voor Philologie en Geschiedenis twintigste jaar 1941). l) Deze eerste stadskern is tevens aangegeven op het plan van Mechelen, op het einde van dit werkje.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 8