schild met jaarmerk of aan een fronton boven ven ster en deur. t) Hier kunnen worden vermeld: de algemeen bekende en thans vernielde „Lepelaer" op de Zoutwerf; het „Paviljoen" op de Grote Markt; het „Paradijske" op de Haverwerf; het huis „Concordia" op Sint-Rom- boutskerkhof; het „Hemelrijk" in de O. L. Vrouw straat; en tal van andere. Dit specifiek Mechelse geveltype wordt gekarakteri seerd door het ontbreken van zuilen of pilasters en het overvloedig versieren van de geveltop. Vermelden we nog even enkele oude gildehuizen: Vooreerst de zeer bekende en alom bewonderde „Zalm" op de Zoutwerf, aangekocht door het vis- verkopersambacht dat er, in 1530, een gevel liet „voor plakken" in vroeg-renaissance; verder het „La- kenhuis" op de Koornmarkt, dat dagtekent uit de 13de eeuw en ten jare 1604 werd aangekocht tot lokaal van de Grote Kruisboog. Alsdan werd de ganse voorgevel herbouwd en werd het monumen tale bouwwerk met een sierlijk torentje bekroond; de merkwaardige gevel van het oud-lokaal van de Boogschutters, in 1728 door J. F. Boeckstuyns ont worpen, en die het ganse straatplein van de IJzeren Leen beheerste, is bij het bombardement in Augus tus 1914 reddeloos verloren gegaan door het uit branden van het gehele complex waarvan hij tot sieraad diende. In tegenstelling met andere, ofschoon zeer oude en belangrijke steden als Utrecht, om enkel deze te noe men, waar vreemd genoeg, geen enkele houten gevel is bewaard gebleven, bezit de Dijlestad er nog ver schillende en zeer merkwaardige, namelijk „De Vijgenboom" in de Sinte Kathelijnestraat en in de- 80 1) K. Goossens: Mechelen, het Paradijs aan de Dijle nr. 7 van „De Seizoenen" blz. 18.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 88