Daar het ons verder niet mogelijk is al de interes
sante gebouwen uit deze periode breedvoerig te be
handelen, zullen wij ons vergenoegen de meest be
langrijke ervan even aan te stippen.
De Begijnenkerk, in 1629 door de Brusselse architect
Franquart begonnen, werd door Lucas Fayd'herbe
voltooid. Het is met de bouw van deze kerk dat de
baroktijd voor goed, te Mechelen, haar intrede heeft
gedaan. Deze kerk is een tamelijk groots opgevatte
transseptloze basiliekbouw met monumentale voor
gevel bestaande uit drie geledingen, waarvan de
toren blijkbaar niet tot voltooiing is geraakt. Het
kerkinterieur is zeer rijk opgevat en de talrijke schil
derijen en kunstwerken maken er een echt „cabinet
des curieux" van.
Stippen we nog verder aan: De Dominicanen of
Predikherenkerk, in 1720, naar het schema van een
Vlaamse barokbasiliek opgetrokken. Het bovenste
deel van de gevel is onvoltooid gebleven, en de
kerk, thans sterk verminkt, dient tot artilleriepark.
De ganse dakbetimmering brandde in 1947 uit.
De oude Jezuïetenkerk: thans parochiekerk, toege
wijd aan de H.H. Petrus en Paulus, gebouwd in
1670, naar het ontwerp van de Jezuïet Andreas
Losson, vertoont de voor onze Vlaamse barok onge
wone aanleg van een hallekerk. Zij diende tot model,
geen al te gelukkig model voorwaar van de
Jezuïetenkerk te Kamerijk.
De kerk van Leliëndaal: de huidige Jezuïetenkerk,
in de Bruul, werd in 1662 volgens de plannen en
onder de leiding van Lucas Fayd'herbe gebouwd. Zij
heeft een kunstvol en rijk uitzicht en zij is dan ook
voor het beste bouwwerk van de Mechelse meester
aan te zien.
Wat de rijke patriciërshuizen betreftdeze waren te
78