1.Antonius Perrenot de Granvelle, uit Ornans
(Franche-Comté)van 1560 tot 1583.
2. joannes Hauchinus, uit Geeraardsbergen, van
1583 tot 1589.
3. Mathias Hovius, uit Mechelen, van 1596 tot
1620.
4. Tacobus Boonen, uit Antwerpen, van 1621 tot
1655.
5. Andreas Creusen, uit Maastricht, van 1657 tot
1666.
6. Joannes van Wachtendonck, uit Mechelen, in
1668.
7. Alphonsus de Berghes, uit Brussel, van 1671 tot
1689.
8. Humbertus Guillelmus Precipiano, uit Besan-
^on, van 1690 tot 1711.
9. Thomas Philippus de Alsatia de Boussu, uit
Brussel, van 1716 tot 1759.
10. Joannes Henricus de Frankenbergh, uit Grosz-
Glogau (Silezië), van 1759 tot 1801.
Dit voor zover het kerkvoogden uit het Ancien-
Régime betreft.
Zij liggen meest allen begraven in een krypte onder
het koor van de metropolitane kerk, waarin te
hunner aandenken en te hunner ere prachtige
mausolea zijn opgericht, die een rijke en merkwaar
dige verzameling van monumentale beeldhouwkunst
uitmaken.
Na de Franse omwenteling werd, in 1801, tussen
Paus Pius VII en Napoleon een concordaat gesloten
waarbij een nieuwe territoriale indeling en een
nieuwe hiërarchie voor de Belgische bisdommen
werden vastgesteld, die tot op heden toe in voege
zijn gebleven.
De zetel van het aartsbisdom bleef te Mechelen ge
vestigd met als grondgebied de twee huidige Bel-
72