lijke zetels, zeer natuurlijk was. Tevens diende er
ook voor gezorgd de metropolitane zetels binnen de
eigen landsgrenzen te vestigen.
Philips II gelastte dan ook Sonnius, de latere bis
schop, eerst van 's Hertogenbosch en later van Ant
werpen, bij Paus Paulus IV, het nodige te doen tot
de oprichting van nieuwe bisdommen, zó ook de
afbakening van hun respectieve gebieden en de
vaststelling van hun hiërarchie. Als gevolg hier
van werden, bij bulle van 12 Mei 1559, in onze ge
westen, drie metropolitane zetels opgericht: Utrecht,
Kamerijk en Mechelen. De twee eerste zetels werden
aan alle vreemde invloed namelijk deze van
Keulen en Reims onttrokken, terwijl de collegiale
kerk van Sint Rombout, te Mechelen, meteen in
rang en waardigheid opklom, eerst tot kathedrale en
weldra tot metropolitane kerk. Aan deze drie metro
polen waren vijftien suffragaanbisdommen onderge
schikt. We zullen ons evenwel bij de twee overige
niet ophouden en ons enkel bij de Mechelse zetel
bepalen. Onder deze stonden de bisdommen Ant
werpen en 's-Hertogenbosch voor Brabant; Gent,
Brugge en leper voor Vlaanderen; Roermond voor
Gelderland. Zeer logisch was dus deze indeling, dit
zowel op taalkundig als op geografisch gebied. De
Mechelse metropolitane zetel omvatte uitsluitend
een Vlaams sprekende bevolking, wijl Noord-Neder
land grotendeels onder de zetel van Utrecht stond
en het Franstalige landsgedeelte onder deze van
Kamerijk.
Die plotse verheffing tot metropool scheen evenwel
voor Mechelen nog niet genoeg. Was deze stad reeds,
sedert lange tijd, de juridische hoofdstad van de
Nederlandse gewesten, was ze tot voor kort de poli
tieke hoofdstad er van geweest, thans werd ze boven
dien geroepen er het geestelijk centrum van te wor-
70