en de voorgevel zal dan ook ongetwijfeld door de
architect in deze bouwstijl zijn ontworpen, ver
mits bij het opmaken van de plannen, deze voor
zeker nog niet bekend was met de nieuwe renais
sance kunstvormen die, op dit tijdstip, nog niet tot
in onze gewesten waren doorgedrongen. De bestaande
voorgevel is evenwel het product van de eerste
renaissancedoorbreking in de Nederlanden. Als
verklaring hiervan kan worden aangevoerd dat, bij
de opbouw van het paleis, zeer waarschijnlijk, het
door Keldermans in de oude stijl opgemaakte plan,
ten minste voor wat de gevel betreft, ten jare 1517,
grondig gewijzigd is naar de nieuwe mode van
de tijd en zulks misschien wel op bevel zelf van
de vorstin die, even zó goed als haar omgeving,
van de „moderne" renaissancegeest doordrenkt was.
Het zal dan ook wel de Savoyaard Guyot de Beau-
grant zijn geweest die de „festoenen", „balkoenen"
en portalen die in de bouw voorkomen, naar de
voorschriften van de nieuwere geest zal hebben op
gevat en in de asymmetrische bouw van Keldermans
hebben ingelast. Deze architectuur is immers om
zó te zeggen, louter Franse import en veel invloed
heeft ze dan ook, gelukkig, op het verdere verloop
van de Nederlandse bouwkunst niet uitgeoefend.
Dit belette echter niet dat van toen af de Renais
sance voor goed te Mcchelen haar intrede had ge
daan.
De oude Dijlestad lag Margareta van Oostenrijk zeer
nauw ter harte en ze verbleef er dan ook steeds met
uitgesproken voorliefde. Deze verlichte vrouwelijke
Maecenas heeft deZe stad, zó door haar persoonlijk
cultureel en politiek prestige als door dit van gans
haar hofhouding, weten op te voeren tot een zeer
belangrijk cultuurcentrum, bijgevolg tot een zeer
geziene, zelfs beroemde stad: tot een soort Neder-
67