1. De Grote Raad De Juridische Orde
Het gaat natuurlijk niet op hier de volledige uit
eenzetting te geven van de oorsprong en de verdere
historiek van dit organisme dat een zó gewichtige
als langdurige rol heeft gespeeld in de Nederlanden,
dat zó diep heeft ingewerkt op het administratief,
juridisch, en politiek leven van onze provinciën.
De Grote Raad genoot bij onze bevolking vrij
spoedig een slechte faam. In de diets sprekende ge
westen werd hij smalend het „Waals Parlement" ge
heten, daar buiten het Latijn als geleerde, als juri
dische taal, er alles in 't Frans toeging. Als instel
ling werd hij tevens ook beschouwd als inbreuk
makend op de bestaande locale of gewestelijke vrij
heden en als een stap in de richting van het abso
lutisme van de vorsten.
Bij zijn oplichting, in 1473, werd de Raad persoon
lijk door Karei de Stoute voorgezeten wat er, als
instelling, een buitengewoon en plechtig karakter
aan gaf. Tot vergaderlokaal werd door de Mechelse
Magistraat, het oude Schepenhuis ter beschikking
gesteld. Dit Schepenhuis is het oudste gebouw dat in
de stad, althans in zijn oorspronkelijke staat, is tot
ons gekomen. Daar het echter voor de steeds drukker
wordende werkzaamheden van de Raad te klein was
geworden, werd er aan het betrekken van een ander
gebouw gedacht. Aan Rombout Keldermans, de
tweede, werd dan ook, ten jare 1527 opdracht ge
geven tot het opmaken van de plannen voor een
nieuw te bouwen paleis in de Befferstraat. Daar
echter na de dood van Margareta van Oostenrijk,
de nieuwe landvoogdes Maria van Hongarije intus
sen Mechelen had verlaten om voorgoed haar per
soonlijk verblijf alsmede de zetel van het lands
bestuur te Brussel te vestigen, kwam haar paleis in
64