haald en de poorten voor alle verkeer gesloten f) Men moge zich de vraag stellen waarom zowel te Mechelen als in menige andere versterkte stad, zo Leuven en Brussel, om enkel deze twee te noemen, het aantal dezer poorten op zeven was vastgesteld. Schuilde hierin een zeker bijgeloof dat het getal zeven als een „heilig getal" aanzag? Was het als een vage herinnering aan mythologie of oude-steden- geografie? Wie zal het zeggen? t) Alhoewel door de uitvinding van het buskruit en daaropvolgend, van de artillerie, voor elk verdedigen van de stad, nutteloos geworden, bleven die poorten steeds, alhoewel in vervallen toestand, bestaan, tot dat ze, onder de regering van Napoleon, als belem merend voor het verkeer en voor de verdere stads uitbreiding, werden afgebroken. Een enkele, evenwel, namelijk de thans nog bestaande Brusselse of „Overste Poort" bleef gespaard en dit dank zij 61 i) Een dezer „kleine" poorten, namelijk de Zandpoort, bracht door de ontploffing, bij blikseminslag in de nacht van 6 op 7 Augustus 1546, van twee honderd tonnen buskruit, daarin opgestapeld door Keizer Karei V met het oog op de oorlog voering tegen de Duitse Prinsen, dood en vernieling over de stad. Het aantal gedode burgers bedroeg twee honderd en acht honderd huizen werden verwoest. Misschien was deze ramp een van de oorzaken waarom de zetel van het landsbe stuur definitief van Mechelen naar Brussel werd overgebracht en de Dijlestad dus voorgoed haar rang van Hoofdstad verloor. Professor P. Bonenfant, hoogleraar aan de Vrije Univer siteit te Brussel heeft terloops deze kwestie aangeraakt, voor wat Brussel betreft en het werk van E. Puteanus „Bruxella, incomparabili exemplo septenaria (Bruxellis 1646)", dat alles voor Brussel tot zeven wil herleiden (zeven heuvelen, zeven poorten, zeven geslachten enz.). Zie het art. van P. Bonenfant in: „Annales de la Société Royale d'Archéologie de Bruxel- les", Tome 46 (1942-43) bl. 224. Niettegenstaande de geleerde Professor aan het getal van die zeven poorten niet veel belang wil hechten, is naar ons oor deel, deze kwestie toch een nader onderzoek waard.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 63