tijd of welk ander gevaar ook, de kloosterlingen van verafgelegen abdijen onderdak en verblijf vonden. Zo bezat de abdij van Villers er een refugium vanaf 1319; deze van Aulne, van Cortenberg en van Ton- gerloo een vanaf de 14de eeuw. Dit van Saint- Hubert in de Ardennen, op de Kattenberg, viel het bombardement van 1944 ten offer en werd gans vernield. Dit van Grimbergen in de O.L. Vrouwe straat is goed bewaard gebleven. Dit van de abdij van Sint Truiden, waarin thans het Aartsbisschop pelijk archief is ondergebracht, werd geheel geres taureerd en het is niet zonder enige zelfgenoegzaam heid dat dit zeer mooie gebouw zich nog steeds te spiegelen staat in het water van het op artificiële wijze gespaarde stuk Melaan, een zijarm van de Dijle, Melaan die spijtig genoeg, overal elders, ten jare 1912, werd gedempt. Als mooi stadsgezicht weet dit refugium de bewondering op te wekken van al de liefhebbers van oud stedenschoon. 3. Militaire gebouwen. Zoals in elke periode van haar eeuwenoud bestaan was ook in de middeleeuwen Mechelen een op mili tair gebied zeer belangrijke en tevens zeer versterkte stad. Ze lag nauw ingesloten en beveiligd in de be schuttende gordel van haar omwalling, door een hoge ringmuur versterkt, alsook door een diepe en brede vestingsgracht, zoals trouwens de middeleeuwse krijgskunde het vereiste. Deze vestingsmuur was, op regelmatige afstanden, van torens voorzien en in latere tijden, wanneer het buskruit was uitgevonden, met geschut verdedigd. Tot de stad werd, van buiten- uit, toegang verleend door zeven grote en vijf kleine poorten. De in de dag neergelaten valbruggen wer den, bij avond, na het blazen van de taptoe, opge- 60

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 62