koninklijk Atheneum. Deze gebouwen werden, op
10 Mei 1940, door Duitse brandbommen zwaar ge
teisterd.
Reeds vanaf 1231, dus slechts weinige jaren na hun
stichting door de heilige Franciscus van Assisi, had
den de Minderbroeders hun klooster „Onder de
Toren". In hun kerk was het dat werd begraven
„sub lamina ostii hujus chori", Margareta van York,
die op 23 November 1503 te Mechelen overleed, en
naar wier gebeente onlangs opzoekingen werden ge
daan die, spijtig genoeg, tot geen resultaat hebben
geleid.
De andere mannelijke kloosterstichtingen dagteke
nen van later. De Dominicanen of Predikheren
vestigden zich in de stad ten jare 1652. Hun klooster
dient thans tot kazerne en hun kerk tot artillerie
park. Te Mechelen waren er ook Augustijnen, O.L.
Vrouwbroeders of geschoeide Karmelieten, Dalscho
lieren of Hanswijkheren, Beggaarden en Oratoren.
Als Vrouwenkloosters kunnen worden vermeld: de
nonnen van Mechelen, of van Sion, ook nog geheten
nonnen van Blijdenberg, hier reeds gevestigd vanaf
wellicht de 10de eeuw, en die reeds, vanaf 1453,
deden aan houtdrukkunst (xylografie)verder nog
de nonnen van Thabor (1549) en buiten tal van
andere orden, niet het minst het zeer belangrijk en
zeer bevolkt begijnhof buiten de Antwerpse poort,
waarvan de kerk werd gewijd in 1279, dat in de
middeleeuwen een zó grote bloei heeft gekend dat
hare bevolking op 1500 religieuzen werd geschat en
waarvan de ontwikkeling een spoorslag is geweest
tot het oprichten van de parochies in de volkswijken
van de middeleeuwse lage stad.
Er bestonden bovendien in het oude Mechelen tal
rijke kluizen voor boetedoenende eenzaters en vele
„refugien" waar, op hunne reizen of wel in oorlogs-
59