gen, alle honderd zullen ze hun taak op een ver schillende, hun eigen, wijze behandelen en hun onderwerp, naar hun persoonlijk temperament, naar hun individuele zieletoestand uitbeelden. De auteur meent dan ook in zijn werk het beste van zijn kunnen en de kristallisatie van zijn liefde tot zijn moederstad te hebben gelegd. Moge dit boekje dan gaan, de wijde wereld in, over de grenzen heen van Noord en Zuid! Moge het, in zijn brede lagen, het gehele Nederlandse volk ver kondigen welke de rol en het wezen is geweest van deze heerlijke en roemrijke stad, in de geschiedenis van onze stam en dit in de tijdspanne van zovele eeuwen! Oud, eerbiedwaardig Mechelen! Oude Dijlestad! Gij, eenmaal gekroond met de driedubbele kroon van Hoofdstad van de Nederlanden, verberg zó min aan uw eigen kinderen als aan de vreemde bezoeker uw lieftallig gelaat niet, al is dit thans niet meer omgeven met deze heerlijke luister en deze schitter glans van weleer! Al is uw tooi minder rijk, al is uw uitzicht thans wat schamel, uw glorie getaand, uw bedrijvigheid geheel overschaduwd door deze van uw machtige naburen, Brussel en Antwerpen, Mechelen! schaam u niet, stal uw schatten uit, toon uw adelbrieven, weet uw plaats te veroveren onder de zon en u te doen gelden in de trits van de zó heerlijke steden van deze lage landen! 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 5