wel met reden kan worden aanvaard dat het deze oude kapel is geweest die de vroege bidplaats was uit de eerste stadskern, alhoewel, wat zeer vreemd voorkomt, deze lag buiten de omwalling. De kapel, opgericht door de heilige Rumoldus, ter ere van de eerste Christen-martelaar de heilige Stephanus, be vond zich, heel waarschijnlijk, in de tweede stadskern en wellicht in de buurt van de huidige St Rombouts- kerk. De heilige man zelf bouwde zijn dubbel-abdij buiten de stad, volgens de kronijken op een eenzame en woeste plaats „het Olmenbroek", buiten de hui dige Antwerpse poort, op een terrein hem waar schijnlijk geschonken door „graaf" Ado, de plaatse lijke „comes" van Pepijn de Korte. Vóór Rumoldus echter had een ander geloofsverkondiger, namelijk de heilige Lambertus, te Mechelen reeds ten jare 699 een kapel opgericht langs de weg naar het ge hucht Battel dat van zeer oude oorsprong zijn moet. Buiten de abdijkerk zou het Mechelen van die tijd dus minstens drie kapellen hebben bezeten en mis schien wel een vierde, deze gebouwd op de woeste gronden van de Heembeemden, die aan de heilige Maria Magdalena was toegewijd, kapel die de voor loopster zou zijn geweest van de huidige parochie kerk van de heilige Catharina. Of echter deze vier kapellen tegelijkertijd hebben bestaan, of wel de éne de plaats van de andere zou hebben ingenomen, kan niet op vaste gronden worden uitgemaakt. Te Mechelen toch, zoals trouwens omtrent overal, is het ontstaan van kerken en parochies zeer duister en hierin hebben de reeds zo talrijke als geleerde ver klaringen van historici als Kanunnik David, Dr Kan. J. Laenen, E. H. Fr. de Ridder, Dr J. Verbesselt en meer anderen, tot nog toe geen volledige klaarheid gebracht. Het staat evenwel vast dat ten jare 992 door Notker, 50

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 52