roep gedaan op de vaardigheid van de eerste bij name gekende Mechelse bouwmeester: „meester Mijs met den Anker", wiens bedrijvigheid op archi tectonisch en kunstgebied, in een volgend hoofdstuk nader zal worden besproken. Dit Schepenhuis is een eenvoudig maar goed gepro- portionneerd gebouw dat, zwaar geteisterd bij de be schieting van de stad, in de loop van de maand Augustus 1914, op gelukkige en sobere wijze werd hersteld. Men moge echter betreuren dat de nissen met hun beelden die zich eertijds tussen de vensters van de voorgevel bevonden, bij de restauratie niet terug werden aangebracht, evenmin als het rijke bal dakijn dat op zuilen rustte boven de ingangspui, waar boven de deur een merkwaardig en kunstvol Mariabeeld prijkte van de hand van meester „An- dries van Valenchyn", de beroemde beeldhouwer André Beauneveu. Dit beeld is, spijtig genoeg, thans verdwenen en rond 1600 vervangen door een van de hand van Maarten van Calster, waarvan het huidige beeld ook slechts een copie is. Dit oude Schepenhuis is in de loop van de eeuwen tot allerlei doeleinden gebruikt. Het diende voornamelijk vanaf 1473, jaar waarop door Karei de Stoute, de Grote Raad werd opgericht, tot in 1616, tot zetel van deze zeer beroemde instelling die fungeerde als opperste gerechtshof voor de Neder landen. Daarna kreeg het gebouw allerhande en wel de meest diverse bestemmingen, te lang om hier uit een te doen. i) Het is in dit Oud-Schepenhuis, om wille van de 48 Het diende ook, na de vrede van Munster (1648) tot zetel van de „Chambre mi-partie", die om de beurt te Mechelen en te Dordrecht vergaderde om de bepalingen van het ver drag tussen Holland en Spanje, dat voor onze Zuidelijke Pro vinciën zó rampspoedig was, toe te passen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 48