onbekend en dit is trouwens van weinig belang, daar deze toch maar louter copiewerk wist voort te brengen. In tegenstelling echter met de Brugse halle, in witte steen gebouwd, werd deze van Mechelen in baksteen opgericht. Bij de grote brand van 1342> die de stad zo geweldig teisterde, werd ze beschadigd, doch kort daarna gerestaureerd. De opbouw van het belfort dat de hoogte van haar Brugs model moest bereiken, werd echter stopgezet ter hoogte van de eerste ver dieping en dit, heel waarschijnlijk om reden van geldgebrek veroorzaakt door het diep verval van de „draperije" op het einde van de 14de eeuw, zowel hier ter stede als overal elders in Brabant en Vlaan deren. De Mechelse halle vormt, onvoltooid als ze is, een veel minder architectonisch-mooi geheel dan wel, met haar aanzet van belfort en haar zógeheten Spaanse topgevel, een smaakvolle brok toevallige schoonheid die verdient ongeschonden te worden ge vrijwaard van alle knoeizucht vanwege neo-gotie- kers die er van dromen de stopgezette belfortbouw te voltooien volgens het oorspronkelijk voorziene plan. Als „curiosum" kan worden aangestipt dat op de belfortaanzet een zonnewijzer is aangebracht, zulks reeds volgens wijlen Dr Van Doorslaer, de befaam de Mechelse oudheidkundige, vanaf 1320, het jaar van de halleopbouw. De Beyaert of Oud-Stadhuis. Dit gebouw, voormalig stadhuis en thans ingericht tot posthotel, verkreeg zijn naam naar een oud passantengasthuis uit de 13de eeuw, door de stad, ten jare 1383, aangekocht ten einde er de gemeentelijke diensten in onder te brengen en tevens om tot zetel te dienen van de Magistraat. Na honderden jaren tot deze bestemming te hebben 46

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 46