belangrijke steden in onze lage landen een halle, ten dienste van de locale handel en de verkoop van de producten van de huisnijverheid. Deze halle, door gaans lakenhalle geheten, was gewoonlijk bekroond met een toren of „belfort". Deze Halle met haar bel fort vormde tegenover de kerk met haar klokketoren, symbool van 'het geestelijk leven van de gemeen schap langs haar kant, het uiterlijke kenteken van de gemeentelijke vrijheid en haar sociaal-economi sche betekenis. Daar men toentertijd onbekend was met elk eigen domsrecht dat, vanwege een auteur of welk kunste naar dan ook, ter bescherming van eigen wetenschap pelijk of artistiek werk kon worden ingeroepen ten overstaan van copiisten of nabootsers, zagen de oude bouwmeesters er niet tegen op de naar hun oordeel goed geslaagde plannen van vreemde architecten aan eigen werk aan te passen, eenvoudig-weg na te boot sen, ja zelfs geheel en ongewijzigd over te nemen. In de Mechelse stadsrekeningen staat dan ook te lezen dat, ten jare 1320, een stedelijke commissie werd uitgezonden naar verschillende plaatsen van het land, in hoofdzaak naar Brugge, stad die zo pas haar prachtige monumentale halle had gebouwd, om „dese te besiene ende die ordonnance te bringhene". Het oudste gedeelte van de Mechelse halle, dit langs de Befferstraat, was weliswaar reeds rond het jaar 1311 begonnen en aanvankelijk als een lang werpig gebouw zonder verdieping bedoeld, doch dit reeds gebouwde gedeelte werd uitgebreid, naar het Brugse model, om een complex van vier vleugels te vormen met verdieping rond een binnenplein, waar van de hoofdingang, langs de markt, bekroond wordt door een flink belfort, door torentjes, die op uitkragingen rusten, geflankeerd. Wie de bouwmeester was van de Mechelse halle is 45

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 45