rivier heeft gebracht. Waar eertijds een „voorde" de twee Dijleoevers verbond, werd deze prachtige go tische brug, thans nog een pronkjuweel voor de stad, in het jaar 1289 voltooid. Dit sierlijke en tevens monumentale bouwwerk, dat getuigt van de kennis en de goede smaak van onze middeleeuwse technici, ook inzake nutswerken, bestaat uit drie rondbogen. Stroomopwaarts van de rivier prijkte er, reeds van vóór 1496 tot aan de tijd van de Franse beeldstor- mers, een hoog in ijzer gesmeed kruis op, met kope ren Christusbeeld, later hernieuwd door de Mechelse geelgieter Jan Cauthals, tussen twee reusachtige kan delaars. Gebouwd vooraleer de stad door haar versterkte om heining volledig beveiligd was en nog slechts be schut door haar aarden wal en haar houten palissade, maakte deze brug deel uit van het militair verdedi gingssysteem. Daar voor de stad het gevaar in hoofd zaak dreigde stroomafwaarts, dus langs de kant van Antwerpen, en ook door de Zenne, langs die van Brussel, werd deze zijde van de brug versterkt door uitkijk- of wachttorentjes en door stenen borstwerin gen die evenwel, ten jare 1728, werden afgebroken en vervangen door de thans nog bestaande gewone ijzeren leuningen. Vanaf deze brug geniet men, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts, langs beide zijden van de rivier, tevens ook langs de kant van de IJzeren Leen en deze van de Guldenstraat, van een heerlijk gezicht dat elke bezoeker treft. Hoeveel prachtiger moet evenwel dit thans nog mooie stadsgezicht eertijds niet zijn geweest wanneer al die houten, vaak rijk- gebeeldhouwde en soms vergulde puntgevels zich ten dele, zelfgenoegzaam, in het klare rivierwater ston den te spiegelen! De Lakenhalle. In de middeleeuwen bezaten al de 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 44