moge hieruit blijken: de plaatsnaam Mechelen is niet enig. Tamelijk veelvuldig zelfs komt hij voor, niet alleen in Vlaams-België, doch eveneens in Hol land en in Luxemburg, en ofschoon in gewijzigde en geromaniseerde vorm ook in Wallonië. Uit de zó verschillende ligging van al die plaatsen die de zelfde naam dragen, blijkt ten overvloede, dat deze, zelfs in oeroude tijden, niet allemaal aan de zee oever hebben kunnen liggen of haar ebbe en vloed hebben kunnen ondergaan. Een verklaring dient dus elders te worden gezocht. In het tractaat van Meerssen komt, ten jaren 870, de romaanse vorm Malinas voor. Later treffen we Mas- linas aan (913); verder in 980, Maslines, in 1008 Machlines. Het is slechts in 1138 dat de Dietse vorm Machelen naar voren treedt, vorm die in 1293, Mechelne en ten slotte, in 1490, Mechelen wordt ge schreven, zoals de naam van de stad ten huidigen dage nog steeds luidt. Filologen en etymologen hebben al die verschillende vormen willen verklaren en elk van hen heeft, zoals gezegd, hierin zijn eigen fantasie vrije teugel gelaten met als resultaat interpretaties die gek en bespot telijk aandoen. Thans wordt vrijwel algemeen de verklaring aanvaard van de Leuvense hoogleraar Prof. Carnoy die de naam afleidt van het woord mallum: maal, vergaderplaats van de vrije mannen, een woord dat in menige plaatsnaam terugkomt. Maar daar hierin nog niet het laatste woord is ge sproken staat het een ieder vrij het wijze besluit van J. B. Sollerius tot het zijne te maken: „deze naam is een der raadsels die Oidipoes zelf niet zou kunnen oplossen, i) 25 1) J. B. Sollerius: Acta Sti Rumoldi episcopi et martyri etc. Antverpioe 1718 in (Corollarium caput I letter D).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 23