het Ancien-Régime en een ofschoon de kleinste
van onze XVII Provinciën uitmaakte.
Deze Heerlijkheid vond haar oorsprong in de sa
mensmelting van de gronden van de „abbatia Sancti
Rumoldi", door deze geloofsverkondiger gesticht op
de woeste gronden van de rechter Dijleoever, met de
vrije nederzetting op de linker rivieroever. Hoe dit
evenwel is gekomen kan moeilijk verklaard worden
doch deze abdij behoorde, in de allereerste jaren
van de 10de eeuw, aan de Kerk van Luik. Evenmin
kan het juist bepaald worden, wanneer en hoe, de
vrije bevolking van de eerste stadskern kwam te
staan onder een voogd of koninklijke rechter. In
ieder geval had een zekere graaf Ado een comes
van Pepijn van Herstal er reeds rond de jaren
750, de macht in handen.
Vanaf het einde van de 12de, maar vooral in de loop
van de 13 de en in het begin van de 14de eeuwen,
kwamen de Luikse bisschoppen die, buiten hun
geestelijke ook streefden naar tijdelijke macht, in
botsing met deze voogden, en beiden spanden alles
in 't werk om hun tegenstander er onder te
houden ten einde alle bewind zelf in handen te
krijgen in een streek die alhoewel onder twee
voudige invloed toch maar een enkel grondgebied
uitmaakte.
18
x) De Heerlijkheid Mechelen bestond uit het grondgebied van
de stad zelf en van haar District of Rechtsgebied, ook „Vrij
heid" geheten en omvattend, buiten enkele gehuchten, de
dorpen Hever, Muizen, Hombeek, Leest en Heffen.
Bovendien bestond er nog een Ressort van Mechelen met
Heist op den Berg en het dorp en land van Gestel.
Er was ook nog een Land van Mechelen dat met de Heer
lijkheid of Provincie niets gemeen had, en dat later de naam
verkreeg van Land van Arkel. De inwoners van de Provincie
Mechelen mochten aldaar evenwel ambten en bedieningen be
kleden, wat hun elders niet was toegelaten.