De twee stadsdelen, gescheiden door de Dijle, werden
dan verbonden door een tamelijk drukke straatweg,
de eerste besteende straat van de aangroeiende stad,
die thans nog steeds de oude eigenaardige naam
„Steenweg" draagt. De begrijpelijkerwijze open ge
bleven ruimten tussen de twee stadskernen werden
dan later volgebouwd en het centrum van de aldus
ééngemaakte stad werd de huidige Grote Markt,
waarop dan een nieuwe en ruimere kerk werd ge
bouwd, de heilige Rumoldus toegewijd.
Zoals in alle oude steden was dan ook te Mechelen,
de markt het middelpunt van de middeleeuwse
volksgemeenschap geworden en was het daar dat het
leven van de bewoners zich samen trok. Aldus ont
stonden voor elk der drie aspecten van het nauw-
ingesloten en eng-beperkt locaal geestelijk, sociaal
en economisch leven, de kerk, het stad- of schepen
huis, de lakenhalle. Eens de middeleeuwse stad, zoals
trouwens elke gothische stad, in cirkelvorm aange
legd, verkreeg ze spoedig, tot hare verdediging tegen
de aanvallen van buiten uit, haar tweede en defini
tieve omheining met zeven grote en vijf kleine poor
ten. Deze omwalling thans gesloopt evenals de
poorten, buiten een enkele, namelijk de Brusselse, is
nog zeer duidelijk herkenbaar blijven voortbestaan
in de kringvormige stadslanen die een lengte van
nagenoeg vijf kilometer beslaan en de oude stad
met haar ongeveer 120 ha. oppervlakte volledig om
sluiten.
Stippen we verder aan dat het in de loop van de
11de en de 12de eeuw was dat de Heerlijkheid
Mechelen tot wording kwam gelijk deze zich voor
deed tijdens de latere middeleeuwen en gelijk zij
ongerept bleef bestaan als zelfstandige gouw tot op
het einde van de 18de eeuw bij het ineenstorten van
17
2