F. de Ridder: „De oorsprong van het Mechelsch
Begijnhof en de parochies in de volkswijken van
Mechelen tijdens de XIII—XIV eeuw (in Hand.
Oudheidk. Kring van Mechelen, deel XXXV
(1930).
K. Goossens in „Mechelen, het Paradijs aan de
Dele" (nr 7 van De Seizoenen) Nederl. Boek
handel, Antwerpen.
A. H. Schillings: „Overzicht van de geschiedenis
onzer Instellingen". Editions Universitaires
Bruxelles, doch in hoofdzaak het bovenvermeld
prachtboek „Mechelen", de Heerlijke, waarin
vooral de bijdragen van Dr J. Gabriëls; Dr Is.
Leyssens, Dr L. Lebeer, Prof. Dr Ing. S. Leurs en
Prosper Verheyden, voor wat de kunst te Meche
len betreft.
HOOFDSTUK VII: Het artikel van Dr R. Foncke:
„Vreemdelingen te Mechelen" in Mechelse Bij
dragen 6e jg. 1939, bl. 3.
HOOFDSTUK IX: Het artikel van A. Reydams:
„Namen en korte geschiedenis der huizen van
Mechelen" in Handelingen van de Oudh. Kring
van Mechelen Vde deel (1894)
Dit moge als bibliografische opgave volstaan.
EINDE
119