Voor het Middeleeuwse Mechelen: het boek van
Kan. Dr. J. Laenen: „Geschiedenis van Mechelen
tot op 't einde der Middeleeuwen", W. Godenne,
Mechelen.
HOOFDSTUK II: voor de plattegronden: Karei
Peeters: „Stedenbouw" nr. 204 van de Verhande
lingen van de A.K.V. Hoogeschooluitbreiding
ook zijn artikel in „Toerisme" 1932.
Voor de stadsontwikkeling en de Bevolking: Acad.
Royale de Belgique (Commission Royale d'His-
toire)J. Cuvelier: „Les Dénombrements de
Foyers en Brabant, au XIV—XVI siècles (1912).
F. L. Ganshof: K. VI. Academie 1941: „Over Stads
ontwikkeling tusschen Rijn en Loire gedurende de
Middeleeuwen".
H. Pirenne: Les Villes et les Institutions Urbai-
nes—Paris Alcan 1939.
Miscellanea Historica in honorem Leonis Van der-
Essen: Les Editions universitaires Bruxelles.
Paris 1947. De bijdrage van Prof. H. van Werveke:
„Het Bevolkingscijfer van de stad Gent in de veer
tiende eeuw, bl. 345.
Voor het Stadswapen: J. Th. de Raadt: Les Ar-
moiries des Berthout et de Malines in Hande
lingen Oudh. Kring Mechelen Ie deel (1891)
bl. 252.
HOOFDSTUKKEN III - IV - V en VI:
Kan. Dr. J. Laenen: het bovenvermelde boek.
L. Godenne: „Malines Jadis et Aujourd'hui 1908.
H. Coninckx: „Cinq Siècles d'architecture civile
a Malines, du XIII au XVIII siècles (Cercle
Archéol. de Malines 1938)
K. VL. Academie 1940: Bij het ontstaan der Bra
bantse Hooggotiek, door R. Lemaire, D. Roggen,
S. Leurs.
118
