HOOFDSTUK VIII Op-Signorken: Is Manneken-Pis de oudste burger van Brussel, dan is Op-Signorken voorzeker de oudste van Mechelen, en het folkloristisch Palladium van de Dijlestad. Het mannetje werd, ten jare 1648|, door Valentijn van Landscroon gebeeldhouwd, voor de Ommegang- die de straten doortrekt bij iedere feestelijke gelegen heid zoals dit in tal van Zuid-Nederlandse steden de gewoonte is. Na de optocht van de Reus, de Reuzin en de jonge Reusjes: Janneke, Mieke en Klaaske, volgt het Oorlogsschip, het Rad van Avontuur, het Ros Beyaerd met de vier Heemskinderen, de Kemels, de Kleine Paarden, en ten slotte de „Vuylen Bruyde- gom" die tot groot jolijt van het publiek, met een beddelaken, door een stel mannen wordt omhoog geworpen. Aanvankelijk genoemd in de oude Kronijken en in de Stadsrekeningen „den Sotskop" kreeg hij, vanaf 1650, de naam van „Vuylen Bruydegom" of „Vuylen Bras". Zijn bestaan ging overigens kalm en tamelijk kleurloos voorbij tot wanneer het jaar 1775 hem plots een zeer grote vermaardheid bezorgde en hem in het teken plaatste van de algemene belangstelling. Op 4 Juli van dit jaar trok een praalstoet ter ge legenheid van de duizendste verjaring van de martel dood van de heilige Rumoldus door de straten, waar een massa volk stond te kijken dat, na het voorbijtrekken van de Praalstoet en van de Omme gang, dolle pret had bij het opwerpen en terug op vangen van de „Vuylen bras". Deze dreigde, bij zijn val, neer te komen op het hoofd van een rustig toe schouwer uit Antwerpen, een zekere Jan de Leeuw, 102 MECHELEN IN DE FOLKLORE

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 110