van twee belangrijke banen moest deze stadskern onvermijdelijk voordeel halen uit het verkeer en de transitohandel tussen het meer Zuidelijk doch in de buurt gelegen Elewijt, toentertijd ongetwijfeld een drukke marktplaats getuige daarvan de vele vondsten van Romeinse munten en gebruiksvoorwer pen, en het meer noordelijk gelegen Rumst, als dan een belangrijk vlootstation op de Rupel. De getalsterkte van de bevolking van deze neder zetting kan natuurlijk niet bepaald worden, zelfs niet als ware het slechts „grosso modo" geschat. Zij bedroeg wellicht maar een paar honderd mensen, op een ruimte die van twaalf tot vijftien hectaren besloeg, wat voor die tijd zeer uitgestrekt was in ver gelijking met deze van tal van andere thans zeer belangrijke steden. Zo besloeg de oude burg te Brugge enkel 1.5 ha. en het „portus", de oude Gentse stadskern, slechts 4.75 ha. Waarschijnlijk zal dit om sloten grondgebied „wegens zijn uitgestrektheid" niet geheel met woningen zijn volgebouwd geweest, zodat er ruime delen bleven voorbehouden aan tuin bouw en veeteelt, ten einde in geval van nood, te voorzien in eigen voedselvoorziening en tevens om een schuilplaats te bieden aan de bewoners van het ommeland. Wat er evenwel gebeurde met deze stadskern, bij de invallen van de „barbaren" en de daarbij gepaard gaande uitdrijving van de Romeinen of geromani- seerden, kan evenmin met zekerheid vastgesteld worden. Ook niet of daarbij de nederzetting ten gronde ging ofwel ze deze storm trotseerde en, onge deerd, liet voorbijgaan. In ieder geval ging er, zoals trouwens in gans Noord-België, de Romeinse invloed volledig verloren en dus ook in tegenstelling met de zuidelijke gebieden, de invloed van de Latijnse taal. Op geestelijk gebied zal, alhoewel er vermoedelijk 14

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 10