sterk gewijzigd zijn, want het staat vast, dat een brug
getje over de greb daar nog in 1435 toegang gaf tot het
hof van de Heer.
De vorm zoals wij die thans kennen kreeg het Markie
zenhof echter pas na 1485. In dat jaar verleende de Heer
aan de stad een reeks bijzondere voorrechten, welk pri
vilege de naam draagt „van de Sale", omdat de stad
hiervoor een som gelds schonk, waarvan het Markiezen
hof bijna geheel werd vernieuwd. Jammer genoeg is
naar de goede gewoonte van nauwkeurig beheer hunner
gelden, voor dit werk door de rentmeesters een afzon
derlijke rekening gehouden, welke helaas ontbreekt.
De leiding over deze werkzaamheden had Antonius
Keldermans uit Mechelen, die bijna geheel zijn leven de
stad en de heren van Bergen als architect diende.
Het bouwwerk, dat Keldermans in de jaren na 1485 tot
stand bracht, ademt in zijn gevels geheel de geest van
deze bouwmeester. De pompeuze voorgevel is van de
begane grond tot de eerste verdieping opgetrokken in
witte Scheldekalksteen met daarboven baksteen, afge
wisseld met lagen van dezelfde witte stenen. Door deze
afwisseling in het gebruik van eenvoudig materiaal ver
wekt hij voor de beschouwer een speels, een blij en rijk-
aandoend effect, dat het scherpe van het contrast tussen
de stoere, echt steunende onderbouw, tegenover het
luchtige van de gevels der bovenverdieping doet ver
dwijnen. Ook lost de vakman met smaak de moeilijk
heden op, welke z'n bouwwerk oplevert. Dit is aan de
langgerekte indrukwekkende voorgevel goed te bespeu
ren. Gebruik makend van de helling van de straat, ver
deelde hij de voorgevel in twee partijen, maakt deze
onevenredig, laat zelfs de speklagen verspringen, waar
door het gebouw ook naar buiten uitdrukt, dat de in
wendige woonruimten rond twee binnenplaatsen zijn
83