hier vrij zeldzame, halsgevel, die zich kenmerkt door aan
iedere zijde een zeer langgerekt vleugelstuk, terwijl de
top gedekt wordt door een fronton. Het huis uit het jaar
1653 draagt thans onder een op het bovenlicht geschil
derde mand de naam: de Rosijnenkorf, maar heeft in
de gevel het naar een vroegere bestemming als apotheek
terugwijzend opschrift: Deo fidendum, mediis utendum
of vrij vertaaldSlik braaf en trouw uw medicijn, maar
laat de Heer Uw hulpe zijn.
Dit brengt ons op het chapiter van opschriften en gevel
stenen waarin onze voorouders zo sterk waren en die ze,
figuurlijk, zo gaarne in een moraliserend sopje dom
pelden. Helaas zijn daar in Deventer nog maar zeer
weinige voorbeelden van over.
Behalve het„Deo volente humilis lavabor". „Alst Godt
gedoegt, van laag verhoegt" van een nieuwe, in zeven
tiende eeuwse stijl met oorspronkelijke renaissance-
versieringen opgetrokken trapgevel aan de Brink, deel
uitmakende van het Spaarbankgebouw, en de reeds
genoemde opschriften op de Grote Toren; in de Wa
terstraat en op het Penninckshuis, moet de hedendaagse
Deventernaar het zonder dergelijke openbare aanspo
ringen doen.
Ook het aantal gevelstenen is miniem gewordende reeds
vermelde 3 Haringen en Blauwe Hand, dan in de Korte
Assenstraat 9: d'Swarte Cat anno 1689 met een in
de achttiende eeuw gewijzigde topgevel; van het huis
wel te verstaan de drie gekroonde Suikerbrooden
anno 1739, Achter de Muren 35/37 bij de IJsselstraat;
en 2 gekruiste grepen in de Roggestraat 6 zouden de
gehele oogst vormen, ware het niet dat de afdeling
bouwfragmenten van het museum De Waag nog op en
kele mooie specimina kan bogen, waarvan een zeer fraai
exemplaar, voorstellende Elia, die ten hemel vaart en
76