plafonds met stucwerk en de schilderingen boven de
deuren in sommige vertrekken. De blauwe stenen voor
het gebouw dateren uit de jaren 18041810 toen het
Gerechtshof erin was gevestigd. De nog aanwezige
gaten hebben gediend voor de palen van het schavot.
Een wat ingetogener, maar even voornaam voorkomen
heeft de iets latere klassieke gevel in de trant van Jacob
van Campen, met bakstenen Ionische pilasters welke
een rechte kroonlijst dragen, Brink 73. Inwendig bezit
dit huis in een tuinkamer enige achttiende eeuwse
paneeltjes in de manier van A. Schouwman en een paar
grauwtjes; verder, in een zijkamer, met landschappen
en waterpartijen beschilderde behangsels, eveneens uit
de achttiende eeuw, die echter in de oorlogsdagen vrij
ernstige schade opliepen. Hier was in de zeventiende
eeuw de woning van de magistraat Hendrik Terhorch
en ten zijnen huize was het dat Stadhouder Willem III
menigmaal bij zijn bezoeken afstapte. Dan spoedde ook
de schilder Gerard Terborch zich derwaarts om te
werken aan het portret hetwelk hij van deze Oranjevorst
maakte.
Een andermaal begaf hij zich naar het in dezelfde stijl
in 1664 door Philip Vingboons opgetrokken huis Pol
straat 18, waar hij de hooggeleerde Theophilus Hogers,
professor aan het Deventer Athenaeum, met diens vrouw
Vreda Quadacker, naar het leven afconterfeitte. Talrijk
zijn de portretten door Terborch van aanzienlijke De-
venternaren uit zijn tijd geschilderd en lang zijn vele
ervan nog in familiebezit gebleven, afb. 31.
Heden ten dage evenwel is er in Deventer, waar Ter
borch van 1654 tot aan zijn dood in 1681 werkte en
zelfs het Grootburgerschap verwierf, niets meer van zijn
hand dan, op het stadhuis, de reeds genoemde schilderij
van de Deventer Magistraat in 1667, en, op het museum
74