noemen en zodoende van dit boekje een beschrijvende
catalogus te maken van Deventer's oude gevels. Bij een
wandeling door de stad vestigen zij zelf de aandacht op
zich; zo zal b.v., wat de halsgevels betreft, Stromarkt
9, eertijds de Reiger geheten, uit het jaar 1676 wel nie-
mands opmerkzaamheid ontgaan. Eertijds is er onge
twijfeld een uitbeelding van deze naam aanwezig ge
weest, maar of deze aan duidelijkheid te wensen overliet,
of dat het lag aan de beperkte ornothologische kennis
van het toenmalige geslacht, het feit deed 'zich voor dat
in de negentiende eeuw de bewoner van het huis, nog
wel een professor Athenaei, meestal niet met zijn offi
ciële achternaam maar als Piet Ooievaar werd betiteld.
Zeer karakteristiek voor deze streek kan de zogenaamde
Gelders-Overijsselse bouwstijl genoemd worden, welke,
vooral in de eerste helft der zeventiende eeuw hier ter
stede veel werd toegepast. Ze wordt gekenmerkt door
topgevels met in- en uitgezwenkte zijkanten; top- en
zijpilasters bij de oudere gevels niet recht, maar
overhoeks geplaatst, zoals b.v. Noordenbergstraat 4
verder geprofileerde afdekkingen en bakstenen tand-
lijsten of zandstenen cordonlijsten.
Enige fraaie en opvallende voorbeelden ervan zijn te
vinden: in de Menstraat 22, anno 1609*, waar ook de
achtergevel in dezelfde stijl is opgetrokken, wat meestal
niet het geval is, daar men als regel daar de eenvoudiger
puntgevels aantreft. Het is verheugend hier te kunnen
melden dat dit huis, dat ernstig van een bombardement
had geleden, door deskundige restauratie en ontpleiste-
ring een sieraad is geworden van de stad. Dan de twee
pakhuisgevels, de Linnenkist genaamd, in de Hofstraat
9/11, uit het jaar 1623, de kosterswoning op de Kleine
Poot 2, vlak daarbij, uit ongeveer de zelfde tijd; een
weinig opvallend maar voorzover de bovenste helft
72