HOOFDSTUK VI.
Overblijfselen van Gothische bouwkunst.
aast de kerken en kloosters, de gasthuizen en gestich
ten, waren het de straten en stegen, met hun wonin
gen en werkplaatsen, waarin zich hoofdzakelijk het dage
lijkse leven afspeelde, die het stedelijk karakter in de
middeleeuwen bepaalden. Hier rolden de vaten en
werden de kisten opgestapeld, daar knarsten de kranen
om de handelswaren in en uit de schepen te brengen.
In de Smedenstraat vlamden sinds 1315 de vuren der
smidsen, op de marktpleinen rijden zich de Hessen
wagens, door de straten drong een drukke, bezige
menigte, in de werkplaatsen was het een kloppen en
hameren van meesters en gezellen, onder de luifels een
kijken en kopen van de uitgestalde koopwaar.
Handel en nijverheid brachten welvaart en werk binnen
de murengodsdienst, kunsten en wetenschappen hieven
het leven op hoger planpestilenties en oorlogen, bran
den en epidemiëen bedreigden de menigten, raasden
schrikwekkend en vernielend door de nauwe straten,
drongen verwoestend door in de woningen.
Maar hoe weinig is er van deze middeleeuwse huizen
tot de huidige dag bewaard gebleven, hoe schaars zijn,
helaas, de overblijfselen van wereldlijke gothische
bouwkunst in Deventer.
Slechts in de stad hier en daar een fragment, in het
museum een enkel stuk. In de schaduw van de Bergkerk,
Kerksteeg 18, is een gepleisterd, waarschijnlijk veer
tiende eeuws fragment van een geveltop, waarin een
dichtgemetseld spitsboogvenster met kolonetten, een
tijdgenoot dus mogelijk van Geert Groote.
62