stijl gebouwd in het jaar 1662 door de bekende Amster
damse bouwmeester Philip Vingboons. Dit gedeelte dat
oorspronkelijk geen deel van het stadhuis uitmaakte,
werd het Wanthuis genoemd „hebbende zijnen naam
bekoomen van de Wantkisten, (28 in getalle als men in
de Kameners Rekening van 't jaar 1374 vindt aenge-
tekent) waerin de vremde Koopluiden hun want lijn
waad), alhier gebragt, uit kragt van het stapelregt, voor
zekeren tijt moesten opslaen".
Van het middeleeuwse stadhuis is, behalve wat we zo
juist reeds mededeelden, dat het een torentje heeft gehad
en een bordes, nog slechts bekend dat het enige malen
gerestaureerd werd en in de zeventiende eeuw „gewittet
was, rontsomme met eenen swarten voet". Een nog aan
wezig, merkwaardig en zeldzaam fragment ervan is een,
helaas zonder halsbrekende toeren niet zichtbaar, roos
venster met daaronder twee spitsboogvensters, nog
zonder traceringen in vroeg gothische vorm, uit het
eerste kwartaal der dertiende eeuw, afb. 14. Het bevindt
zich in de linkerzijgevel, boven het gangetje naast het
politiebureau. Verder is er op de binnenplaats, ingemet
seld in de buitenmuur van de raadzaal, een veertiende
eeuwse gevelsteen met gothische adelaar, welke eertijds
boven de ingang van het oude raadhuis prijkte.
De tegenwoordige gevel van Jacob Roman vertoont met
zijn grote blokken Bentheimersteen een wat streng, maar
degelijk en waardig karakter.
Gelukkig is bij de restauratie van het jaar 1930 het
zandsteenwerk ontdaan van de verflaag die er op was
gesmeerd, terwijl tevens de beide stijlvolle schoorste
nen werden herplaatst. Wat zo'n toevoeging, van
schijnbaar ondergeschikt belang, toch van grote invloed
is op het voorkomen van het geheel, blijkt niet alleen als
men foto's naast elkaar legt van het stadhuis met en
50