een trieste indruk maken, ondanks een aardig punt-
geveltje, dat nog rest. De stichting is in 1856 overge
bracht naar een terrein tussen de Grote- en Kleine
Overstraat en heeft sinds de restauratie in 1930 door Ir
W. P. C. Knuttel, haar ingang in de Kleine Overstraat.
Ze ligt daar nu als een vriendelijk en proper hofje, een
zeer gelukkig voorbeeld van herstel in oude vormen,
zonder dat het onecht of coulisse-achtig aandoet. Rond
om een langwerpig pleintje staan zeven in renaissance
vormen opgetrokken woningen. Het pleintje, met een
groot rozenperk, vindt aan de achterwand een karak
teristieke afsluiting in een oude met klimop begroeide
puntgevel en heeft verder nog een monumentale bank
met een volledige, chronologische naamlijst der provi
soren en bestuurderen, afb. 12.
Het ook nog bestaande, uit het vierde kwartaal der zes
tiende eeuw daterende Scherffs- of Herman Hesselhuis,
Papenstraat no. 134 1vertoont uitwendig, behalve in
een gepleisterde puntgevel twee gevelsteentjes, tezamen
het jaartal 1648 vormend, niets bijzonders en bevat drie
woningen voor even zoveel Rooms Katholieke oude
vrouwen.
In de Nieuwstraat verrees op de plaats van het voor
malige Rooms-Katholieke bedehuis, het St Josephsge-
sticht, gebouwd door de architect Wolter ter Riele in
een stijl, ontleend aan vijftiende eeuwse monumenten.
Een onbedoelde, maar daarom voor historisch ingewij
den niet minder sprekende, herinnering aan dë glorie
volle dagen dat Deventer schepen van de Oostzeelanden
en uit Vlaanderen, van Engeland en uit het Rijnland de
IJssel op- en afvoeren was tenslotte het De Weerdge-
D Sinds kort is deze woning verkocht en zijn de bewoonsters
bij particulieren ondergebracht.
46